Wat is de betekenis van gemelk?

2025-07-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

gemelk

(1860) (inf.) gezeur; gezanik. Voor syn. kijk onder gebitch*. • Melken. Lastig zijn. Wat melk je weer. Gemelk. Gezanik. Wat een gemelk. (De Navorscher: Een middel tot gedachtenwisseling en letterkundig verkeer. Volume 10. 1860) • De regels zijn onder meer bedoeld om aan het 'gemelk' van de doelverdedigers een eind...

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gemelk

GEMELK, o. het telkens of voortdurend melken.

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten