Wat is de betekenis van Gemar?

2025-07-26
Indonesisch Nederlands woordenboek

W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)

gemar

(gemar akan) plezier (hebben in); houden van; genoegen, vreugde; bergemar, plezier hebben, zich amuseren, zich verheugen; menggemari, houden van; plezier hebben in; digemari, populair; menggemarkan, verheugen, amuseren; kegemaran, vermaak, liefhebberij, plezier; genotmiddel; pergemaran †, vermaak; penggemar, liefhebber, amateur.

2025-07-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gemar

o. (getalm, getreuzel).

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gemar

(gəmar) o. getalm, gedraal.

2025-07-26
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Gemar

Stad in het kanton Rappoltsweiler v/h district Opper-Elzas, 5 k.m. o. van Rappoltsweiler, ruim 1200 inw.; wijnbouw en op de naburige plassen eendenvangst.

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gemar

GEMAR, o. getalm, gedraai.