gemanteld
bn. (een mantel aan hebbende).
Jozef Verschueren (1930)
(gə'mantəlt) bn. 1. met een mantel aan. 2. Wapenk. met een mantelvormige figuur : een schild.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Gemanteld - zegt men van een keper, welke zoo lang in het schild staat, dat het bovengedeelte aanmerkelijk meer oppervlakte beslaat dan het ondergedeelte.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn., 1. met een mantel bekleed: en gebeft; 2. (wapenkunde) (van een schild) door een kepervormige lijn in tweeën verdeeld, zodanig dat het bovengedeelte (dat bij een mantel wordt vergeleken) veel groter is dan het benedengedeelte.
J.H. van Dale (1898)
GEMANTELD, bn. met een mantel gekleed: gemanteld en gebeft; — (wapenk.) (van een schild) door eene kepervormige lijn in tweeën verdeeld, doch zoodanig dat het bovengedeelte (dat bij een mantel wordt vergeleken) veel grooter is dan het benedengedeelte.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: