Wat is de betekenis van Gemakzucht?

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gemakzucht

s., maklikens, noflikens.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gemakzucht

v. (begeerte naar gemak in bet. 1); uit gemakzucht: niets dan gemakzucht.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gemakzucht

(gə'mak) v. sterke begeerte naar gemak (I): uit iets niet doen.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gemakzucht

v./m., zucht of sterke begeerte naar gemak: uit vat hij zijn taak veel te licht op.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gemakzucht

GEMAKZUCHT, v. de zucht of sterke begeerte naar gemak uit gemakzucht vat hij zijne taak veel te licht op. GEMAKZUCHTIG, bn. zijn gemak zoekende moeite en inspanning schromende, zijne taak te licht opvattende hij is zeer gemakzuchtig.

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)