Wat is de betekenis van gemakkelijkheid?

2025-07-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gemakkelijkheid

s., maklikens, noflikens.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gemakkelijkheid

v.: hij spreekt met veel gemakkelijkheid, zonder moeite, met losheid.

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gemakkelijkheid

(gə’makkələkheit) v. (...heden) 1. Eig. het gemakkelijk zijn. 2. Metn. wat gemakkelijk is.

2025-07-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)