gemaal, (echtgenoot)
m. (-malen, -s), man, echtgenoot, m.n. van goden, vorsten en aanzienlijken: haar doorluchtige -; scherts, ook van gewone stervelingen: komt uw heer ook?; Prins Gemaal, titel van echtgenoot van een regerende vorstin.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-malen, -s), man, echtgenoot, m.n. van goden, vorsten en aanzienlijken: haar doorluchtige -; scherts, ook van gewone stervelingen: komt uw heer ook?; Prins Gemaal, titel van echtgenoot van een regerende vorstin.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: