Wat is de betekenis van Gellig?

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gellig

bn. (1 gedachtig; 2 gemelijk, kregel, knorrig; 3 bleek, geel): 1. een gellig schaap; 2. gellig en lastig van humeur; 3. wat ziet hij er gellig uit!

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gellig

('gelləch) bn. [gal] 1. galachtig : een schaap. 2. bleek, geel: er uitzien. 3. gemelijk, korzelig, kregel : van humeur.

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gellig

Het begrip gellig heeft 2 verschillende betekenissen: 1. gellig - GELLIG, bn. (gew ) gallig een gellig schaap, een schaap dat aan de galligheid lijdt; — hij is erg gellig van humeur, korzelig, gemelijk, kregel; wat ziet hij er gellig uit, bleek, geel. GELLIGHEID, v. 2. gellig - GELLIG, bn. (w. g.) (jag.) een gellige haas, een haas wiens ges...

2025-07-29
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Gellig

Gellig, bn. gallig; een - schaap, schaap welks gal bedorven is. *-HEID, v. gmv.

Gerelateerde zoekopdrachten