Wat is de betekenis van Gelel?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gelel

GELEL, o. (gemeenz.) het telkens of aanhoudend lellen, babbelen, vervelend kletsen.

2025-07-28
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Gelel

Gelel, o. gmv. het veel en luid praten.

Gerelateerde zoekopdrachten