Wat is de betekenis van geldbeugel?

geldbeugel - Zelfstandignaamwoord 1. voorwerp om geld in te bewaren, portemonnee Woordherkomst samenstelling van geld en beugel

portemonnee Hij remde, stapte af, en terwijl hij omkeek bukte hij zich om de geldbeugel op te rapen. Met een ruk haalde Wilfried de draad in, juist toen de man hem bijna met de vingers raakte. (Hugo Raes, Een tijdelijk monument) Wordt beschouwd als een purisme. Geen Algmeen Nederlands Gangbaarheid: 6 Vlaamsheid: 7

(de, -s) portemonnee. Meer dan 250 chauffeurs zullen dat alvast snel voelen in de geldbeugel, want zoveel processen-verbaal zijn intussen opgesteld. - LN, 05-02-2003.

Portemonnee; ook: knip(beurs), (geld)beurs. Toen haalde de schipper zijn geldbeugel voor de dag, zocht er even in en wilde hem een briefje geven, DURNEZ z.j. (± 1958), 79. Hij trok een paar bankbiljetten uit haar geldbeugel, stak ze weg in zijn portefeuille en verdween, VAN REMOORTERE 1965, 10. De gerechtelijke politie van Brugge heeft......

m. (-s), (gew.) portemonnaie.

geldbeugel geleed woord, alleen in België of Nederland Zie: geld