Wat is de betekenis van geklooi?

2025-07-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

geklooi

(1968) (inf.) geklungel, gepruts. • We zijn hier iedere morgen om negen uur en we gaan aan de slag of ik kap er nu al mee. Dit is een kleuterachtig geklooi en gezeur... (Cor Jaring: Je bent die je bent en dat ben je. 1968) • Net die dagen ging het allemaal nogal mis met de film-christus koning, waar je als regisseur voor komt te...

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

geklooi

geklooi - Zelfstandignaamwoord 1. op een onhandige, niet al te productieve manier ergens mee bezig zijn Beiden zijn vol lof over de rol van Van den Heuvel. Het staat nu tactisch goed, met speciale aandacht voor de verdediging, zegt Fuchs. Daar is echt op gehamerd. Daarom was het ook extra zuur dat het ge...