geilneven
(1995) (sch.) zich gedragen als een geilneef*. • Die gozer zag mij helemaal niet, die keek alleen maar naar mijn bloedmooie vrouw. Hij begon een beetje te geilneven en ik zag dat mijn vrouw er helemaal geen bezwaar tegen had. (Youp van 't Hek: Makkelijk praten. Tien jaar theater. 1995)