Wat is de betekenis van Gehören?

2025-07-27
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Gehören

(toe)behoren; betamen, voegen; dazu gehört Mut, daar hoort moed toe; das gehört nicht hierher, dat behoort hier niet bij; sich gehören, behoren, passen, betamen.