Wat is de betekenis van geheibeld?

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

geheibeld

(1906) (Barg.) gestoord. • Geheibeld: gestoord. (Köster Henke: De boeventaal. 1906) Geheibeld, (Barg.) gestoord. (Fokko Bos: De vreemde woorden. Derde druk. 1955)

2025-07-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Geheibeld

(Barg.) gestoord

2025-07-27
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

geheibeld

gestoord.

2025-07-27
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

geheibeld

geheibeld - (argot), gestoord.

Gerelateerde zoekopdrachten