gehaspel
onhandige gesukkel; las.
Fa. A.J. Osinga (1952)
s.n., gehaspel (it), gehespel (it) gehispel (it), gemael (it), geïggewear (it), getou (it).
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
o. (1 onhandig gesukkel, gemorrel; 2 getwist, geredetwist, gekrakeel, gekibbel; 3 moeite, last, drukte): 1. wat een gehaspel, eer dat huiswerk af is! 2. een langdurig gehaspel in de Kamer over dat ontwerp; 3. wat geeft dat testament een gehaspel!
Jozef Verschueren (1930)
o. het gedurig haspelen nl. 1. onhandig gesukkel, geknoei: wat een aan die deur! 2. a. verward en omhalig getwist: hevig in de dagbladen. b. Uitbr. drukte, last, moeite; dat zaakje kan geven.
J.H. van Dale (1898)
GEHASPEL, o. (in betrekking tot een werk of eene werkzaamheid) onhandig gesukkel, geknoei, gemorrel: wat een gehaspel om eene flesch open te trekken!; — (in betrekking tot gedachtenuitingen, het spreken of schrijven) verward gepraat of geschrijf, gebrabbel; — (in betrekking tot redetwisten) het omhalig of verward redetwisten, geharrewa...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: