Wat is de betekenis van Gehaspel?

2025-07-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

gehaspel

onhandige gesukkel; las.

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gehaspel

s.n., gehaspel (it), gehespel (it) gehispel (it), gemael (it), geïggewear (it), getou (it).

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gehaspel

o. (1 onhandig gesukkel, gemorrel; 2 getwist, geredetwist, gekrakeel, gekibbel; 3 moeite, last, drukte): 1. wat een gehaspel, eer dat huiswerk af is! 2. een langdurig gehaspel in de Kamer over dat ontwerp; 3. wat geeft dat testament een gehaspel!

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gehaspel

o. het gedurig haspelen nl. 1. onhandig gesukkel, geknoei: wat een aan die deur! 2. a. verward en omhalig getwist: hevig in de dagbladen. b. Uitbr. drukte, last, moeite; dat zaakje kan geven.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gehaspel

GEHASPEL, o. (in betrekking tot een werk of eene werkzaamheid) onhandig gesukkel, geknoei, gemorrel: wat een gehaspel om eene flesch open te trekken!; — (in betrekking tot gedachtenuitingen, het spreken of schrijven) verward gepraat of geschrijf, gebrabbel; — (in betrekking tot redetwisten) het omhalig of verward redetwisten, geharrewa...

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)