Wat is de betekenis van Gegen?

2025-07-28
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Gegen

tegen, jegens; gegen Süden fliegen, naar ’t Zuiden vliegen; sage nichts gegen meine Nachbarin, zeg niets ten nadele van mijn buurvrouw; gegen seinen Vater ist er ein Zwerg, bij zijn vader vergeleken is hij een dwerg; gegen Barzahlung, gegen bar, tegen contante betaling, à contant.

2025-07-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gegen

Gegen - groepsnaam der N. ➝ Albaneezen.