Wat is de betekenis van Gefladder?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gefladder

GEFLADDER, o. het telkens of aanhoudend fladderen het gefladder van vleermuizen, uilen, vlinders; door het gefladder van zijn mantel kon hij haast niet tegen den wind opkomen; ’t is aardig dat gefladder van al die jongeheertjes om dat mooie meisje te zien.