Wat is de betekenis van Gefarceerd?

2025-07-23
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gefarceerd

bn opgevuld (gezegd van vlees of vis).

2025-07-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gefarceerd

vd. en bn. (opgevuld met vleesvulsel enz.); zie farceren.

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gefarceerd

bn. 1. met gehakt vlees opgevuld. 2. fijngehakt: -e snoek.

2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gefarceerd

bn., opgevuld (van vleesen visgerechten); gefarceerde snoek, fijngehakte, toebereide snoek.

2025-07-23
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

gefarceerd

gefarceerd - opgevuld met hakvleesch, enz. en daarna toebereid.

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gefarceerd

GEFARCEERD, bn. opgevuld (van vleeschspij zen); — gefarceerde snoek, fijngehakte, toebereide snoek.

2025-07-23
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

gefarceerd

gefarceerd - bn. opgevuld (van worst enz.)

2025-07-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)