Wat is de betekenis van Geeselkoord?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Geeselkoord

GEESELKOORD, o. v. (-en), koord, touw, waarmede men geeselt; ...MONNIK, m. (-en), een monnik van de sekte of broederschap der Geeselaars; ook geeselbroeder genoemd.

Gerelateerde zoekopdrachten