geen luis
(1903) (inf.) niets, geen zier. Syn.: geen bal*; geen biet*; geen blaas*; geen bok*; geen donder*; geen drol*, geen flikker*; geen fuck* enz. • Dat geklieter en geklaag om 'm heen, gaf 'm geen luis. (Israël Querido: Menschenwee. Roman van het land. 1903) • “Swemme helpt je geen luis”, zei Jan … (Herman Heijerman...