geen ene shit
(1995) (inf.) niets, geen zier. • Daar kan je geen ene shit mee, natuurlijk. (Trouw, 11/11/1995) • ’t Kan mij gene shit schelen als ze mij tot in Kortrijk kunnen horen brullen of als ze mij zot verklaren. (Luuk Gruwez: De maand van Marie. 2002) • Soms is er gewoon niets wat je kunt zeggen of doen om een relatie te herstellen...