Wat is de betekenis van geelogen?

2025-07-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

geelogen

(1952) (Vlaanderen, inf.) niets doen; zijn duimen draaien. In Tilburg: zich vervelen; de ogen bijna niet open kunnen houden. • ... om van daar naar zijn zoetelief in de schemer van een stallantaren te geelogen, en van tijd tot tijd te zeggen dat het schoon weer was. (Ernest Claes: Jeugd. 1952) • Hij zat achterde kachel te gee...

2025-07-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

geelogen

(19e eeuw, vero.) (Mechelen) zich vervelen; nietsdoen; begerig toekijken. Vermeld in het WNT. • Geelogen. ww.onov. dromend rondkijken, geen werk zien. Wa stade da na te gijloege ? Ha-jhij dar zeikers 'n eur stan gijloege! Volgens H. Coninckx betekende 'geel-ogen' voorheen ook: begerig toekijken. Reeds Robert Foncke tekende hierbij aan: "deze...

2025-07-24
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

geelogen

Van pers.: wezenloos kijken, turen, staren; vooral in de verb. staan geelogen; soms bep.: niets uitvoeren, niksen: hij staat heel de tijd te geelogen. Jan, wat blijft ge daarbuiten staan geeloogen? Zeg het als ge geen honger hebt, dan kan Margriet afruimen! WACHTERS 1946, 84. Druipendnat en stinkend zocht hij zijn makker op, die al b...

Gerelateerde zoekopdrachten