Wat is de betekenis van Geelbleek?

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Geelbleek

adj., geizich, geizen(ich).

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Geelbleek

GEELBLEEK, bn. geelachtig bleek.

Gerelateerde zoekopdrachten