Wat is de betekenis van Geefdag?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Geefdag

GEEFDAG, m. (-en), dag waarop inz. aalmoezen aan de huizen worden uitgereikt: Vrijdag is hier de geefdag.

Gerelateerde zoekopdrachten