Wat is de betekenis van Gebrui?

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gebrui

o. (geplaag, gezanik); zie bruien.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gebrui

o. het aanhoudend bruien, geplaag, gezanik.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gebrui

GEBRUI, o. gekwel, hinderlijke wijze van doen, waardoor men iem. last, moeilijkheid of ongemak veroorzaakt; (scherts.) geplaag, gemaal, gezanik; getwist, gekijf, krakeel; geraas, leven; allerlei zaken, die iem. hinderen of storen, of wel, waarover hij op half schertsenden, half minachtenden toon zijne mindere ingenomenheid of bevreemding uit, malle...