Wat is de betekenis van gebroeders, broederen?

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gebroeders, broederen

m. mv. (personen, die broeders zijn of onderling als broeders verbonden zijn in betrekking tot elkaar gedacht): de gebroeders De Witt; ze zijn als gebroeders; als firmanaam: de zaak behoort aan de gebroeders Jansen.