Wat is de betekenis van Gebogen?

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gebogen

gebogen - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van buigen Woordherkomst voltooid deelwoord van buigen en een klinkerwisseling ui-oo (IPAː /ʌʏ/ - /oː/)

2025-07-25
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

gebogen

gebogen - Gevormd tot een boog en doorlopend, zonder hoeken, afwijkend van de rechte of vlakke vorm.

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gebogen

adj., krom, bochtich; met hoofd, mei de holle foardel.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gebogen

bn. (met een bocht, krom): met gebogen rug, een gebogen lijn; meetk. een gebogen vlak, zo, dat een rechte lijn er niet in alle richtingen op past, tegenst. van plat.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gebogen

bn. en bw. (-er, -st) [buigen] met een bocht, kromming: een rug; een flauw, sterk lijn. ➝ vlak. Syn. krom. Tgst. plat.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gebogen

bn. (-er, -st), waarin een buiging is, krom: een – rug; flauw, sterk – lijnen; (meetkunde, van vlakken) zo dat een rechte lijn er niet in alle richtingen op past: ook van voorwerpen met een kromming in het oppervlak: een kabinet met – deuren; – vensterruiten.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gebogen

GEBOGEN, bn. (-er, -st), krom een gebogen rug; flauw, sterk gebogen lijnen; (meetk.) (van vlakken) zoodat eene rechte lijn er niet in alle richtingen op past; (ook) een kabinet met gebogen deuren, een gebogen kabinet; gebogen vensterruiten.

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)