gebogen
gebogen - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van buigen Woordherkomst voltooid deelwoord van buigen en een klinkerwisseling ui-oo (IPAː /ʌʏ/ - /oː/)
Wiktionary (2019)
gebogen - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van buigen Woordherkomst voltooid deelwoord van buigen en een klinkerwisseling ui-oo (IPAː /ʌʏ/ - /oː/)
Getty Research Institute (1990)
gebogen - Gevormd tot een boog en doorlopend, zonder hoeken, afwijkend van de rechte of vlakke vorm.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
bn. (met een bocht, krom): met gebogen rug, een gebogen lijn; meetk. een gebogen vlak, zo, dat een rechte lijn er niet in alle richtingen op past, tegenst. van plat.
Jozef Verschueren (1930)
bn. en bw. (-er, -st) [buigen] met een bocht, kromming: een rug; een flauw, sterk lijn. ➝ vlak. Syn. krom. Tgst. plat.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. (-er, -st), waarin een buiging is, krom: een – rug; flauw, sterk – lijnen; (meetkunde, van vlakken) zo dat een rechte lijn er niet in alle richtingen op past: ook van voorwerpen met een kromming in het oppervlak: een kabinet met – deuren; – vensterruiten.
J.H. van Dale (1898)
GEBOGEN, bn. (-er, -st), krom een gebogen rug; flauw, sterk gebogen lijnen; (meetk.) (van vlakken) zoodat eene rechte lijn er niet in alle richtingen op past; (ook) een kabinet met gebogen deuren, een gebogen kabinet; gebogen vensterruiten.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: