Wat is de betekenis van Geblüt?

2025-07-27
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Geblüt

bloed, afstamming; nakomelingschap; ein Prinz von Geblüt, een prins v. d. bloede; ein Elsässer französischen Geblüts, een Elzasser van Franse afstamming; von echtem Geblüt, van den bloede; van vreemde smetten vrij.