Wat is de betekenis van geblaf?

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

geblaf

geblaf - Zelfstandignaamwoord 1. het telkens of aanhoudend blaffen Het geblaf van de hond van de buren blijkt voor veel mensen de voornaamste bron van ergernis te zijn. Woordherkomst Naamwoord van handeling van blaffen met het voorvoegsel ge-

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

geblaf

o. (het [telkens en aanhoudend] blaffen).

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

geblaf

o. het aanhoudend blaffen. Syn. gebas.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Geblaf

GEBLAF, o. (van honden) het gedurig of aanhoudend blaffen; het gebaf, gebas.

2025-07-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-07-24
Woordenboek Nederlands - Marokkaans Arabisch

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press

Gerelateerde zoekopdrachten