gebazel
gebazel - Zelfstandignaamwoord 1. onbenullig gezwets Woordherkomst Naamwoord van handeling van bazelen met het voorvoegsel ge-
Wiktionary (2019)
gebazel - Zelfstandignaamwoord 1. onbenullig gezwets Woordherkomst Naamwoord van handeling van bazelen met het voorvoegsel ge-
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
GEBAZEL, o. het telkens of aanhoudend bazelen of spreken waarvan een ander niets begrijpt; (ook) het beter willen weten; (ook) het doorslaan in het spreken; — (gew.) het telkens of aanhoudend „den baas spelen”, van kleine kinderen gezegd dat gebazel over den suikerpot moet nu uit zijn.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: