Wat is de betekenis van Geassureerd?

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

geassureerd

geassureerd - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van assureren

2025-07-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Geassureerd

verzekerd

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

geassureerd

bn. (Z.-N. stout, onbeschaamd, verzekerd).

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

geassureerd

bn. en bw. verzekerd tegen schade.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Geassureerd

GEASSUREERD, vd. verzekerd (tegen brandschade enz.).

2025-07-28
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

geassureerd

geassureerd - bn. verzekerd (tegen brandschade enz.)

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)