Wat is de betekenis van Gauwheid?

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gauwheid

v., 1. vlugheid; behendigheid; slimheid; schranderheid; 2. (-heden), gauwe, slimme handeling, gauwigheid.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gauwheid

GAUWHEID, v. vlugheid; behendigheid; slimheid; schranderheid; —, (...heden), eene handeling, die daarvan getuigt, gauwigheid.

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten