gabbert
(19e eeuw) (inf.) zie citaat. Kijk ook onder gabberen*. • gabbert m. gabberts, slimmert, een die gaauw is, die weet te grijpen als er gelegenheid is wat te verdienen. Men vat het woord gabbert op in den zin van dief, zoo als in het voorgaande artikel; maar dikwijls ook in de meer onschuldige beteekenis van winnen en op eerlijke wijze verdienen...