Wat is de betekenis van fusioneren?

fusioneren - Werkwoord 1. samensmelten, fuseren, een fusie aangaan ♢ KLM en AIR-France zijn gefusioneerd. Woordherkomst afgeleid van het Franse fusionner (met het achtervoegsel -eren)

fuseren Concreet: snoeien in het aantal diensten, departementen meer met elkaar laten samenwerken en gemeentes stimuleren om te fusioneren. (De Standaard) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 5 Vlaamsheid: 7

Die scholen gaan fusioneren (fuseren, vgl. fusionner).

(fusioneerde, gefusioneerd) samengaan, samenvoegen, fuseren. Als Antwerpsupporter zeg ik neen tegen een fusie. Dat Lambrecht zijn Lokeren laat fusioneren met Beveren, maar dat hij zijn neus uit onze stad haalt. Antwerp gaat nooit samen met Ajax 3. - GvA, 09-08-2002.

[Fr. fusionner, van fusion = fusion] een fusie aangaan.

fuseren (B) fust houten vat; verpakking

een fusie aangaan

[Fr.] (fusioneerde, heeft gefusioneerd), (overg.) samensmelten; een fusie doen aangaan.

...