Wat is de betekenis van fuik?

2025-07-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

fuik

(1971) (spot.) directoire. Syn.: dirkje*. • De spottende benaming voor een dames-directoire met pijpen was van oudsher in Lith, Maren en Kessel bijvoorbeeld „fuik". (De Volkskrant, 01/10/1971)

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

fuik

fuik - Zelfstandignaamwoord 1. een langwerpig visnet dat in een punt toelopend is De fuik wordt vaak gebruikt bij het vissen. 2. (figuurlijk) een val De politie zet een fuik op.

2025-07-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

fuik

fuik - zelfstandig naamwoord 1. langwerpig, in een punt toelopend visnet ♢ de visser had tientallen palingen in zijn fuik 1. in de fuik lopen [in een situatie komen waar je niet gemakkelijk meer uit komt]...

2025-07-29
Nieuwe encyclopedie van Fryslân

Meindert Schroor PhH (2016)

Fuik

Kokervormig net, opengehouden door naar achteren toe kleiner wordende hoepels. Voor aan de fuik zijn één of twee rechthoekige vleugels vastgemaakt die de vis naar binnen leiden. Trechtervormige vernauwingen (inkels of kelen) beletten terugzwemmen. Het achterste deel van de fuik (kubbe) is dichtgebonden en wordt losgemaakt om het net te legen. Fuike...

2025-07-29
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Fuik

een net dat als een zak over hoepels gespannen is. Zij wordt uitgelegd om vissen te vangen; door een naar het midden toe smaller wordende opening komen de vissen binnengezwommen, maar kunnen niet meer terug.

2025-07-29
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

fuik

fuik - vrouwelijk schaamdeel; eig. ‘smal toelopende korf die uitgezet wordt om vissen te vangen’ (vgl. vissen e.d.). Dan ook waren mijn gedagten... op de Juyk van elke Non haar blanke buyk, of nette quabbetjes, s. v. RUSTING, Werken 2, 116 [1712].Hierbij: fuiken, geslachtsgemeenschap hebben. Hoe lang is 't wel geleden, dat je '...

2025-07-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

fuik

vanghok of -net met tregtervormige ingang.

2025-07-29
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

FUIK

Een cilindervormig net door hoepels opgehouden, aan de achterzijde afgesloten, aan de open voorzijde met een of meer zgn. vleugels, om de vis naar binnen te geleiden. Inwendig heeft de F. kelen, die de vis alleen in achterwaartse richting doorlaten. In Frl. worden meest aal -F.en gebruikt met vijf hoepels. De F. is van katoen, zijde of kunstgarens...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-29
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Fuik

Visvangtuig, bestaande uit 3 gedeelten; vleugel(s), middenlijf, kubbe. Langs de vleugel(s) wordt de te vangen vis via een trechter van netwerk in het middenlijf geleid en vandaar via één of twee kelen in de kubbe. Hel vangtuig wordt uitgezet en tegen de bodem gedrukt met fuikstokken aan vleugel(s) en kubbe. Aalfuiken zijn fijnmazig, v...