Wat is de betekenis van Füst?

Flanders UNESCO Science Trust Fund

fust - Zelfstandignaamwoord 1. vat waarin alcoholische drank bewaard wordt

fust - zelfstandig naamwoord 1. houten vat ♢ wijn moet rijpen in een fust Zelfstandig naamwoord: fust het fust de fusten het fustje

fust [vaartuig]. Het woord fust komt bij Nederlandse schrijvers in twee betekenissen voor. Het zijn eigenlijk twee waarschijnlijk van elkaar geheel onafhankelijke woorden, die slechts door toeval aan elkaar gelijk zijn. Het eerste, nog algemeen in gebruik, heeft de betekenis van ‘schacht, onderstel, vat’; het tweede, sedert lang gehee...

Een fust is een vorm van bierverpakking met een inhoud van minstens 10 liter, bestemt voor m.n. de horeca. In de meeste gevallen is een dergelijk biervat gemaakt van RvS in enkele gevallen van hout. Er zijn fusten met diverse inhoudsmaten bekend; bijv. 20, 25 of 50 liter.

[OFr. = ton, van Lat. fustis = knuppel, stok] (groot) vat; baal, verpakking voor koopwaren.

fust - Houders in de vorm van een vat, vooral die welke sterker en groter zijn dan vaten, gemaakt van duigen, bodems, deksels en hoepels, en meestal stevig in elkaar gezet zodat er vloeistoffen in kunnen worden bewaard.

Reservoirs van gebogen houten planken (duigen) en met hoepels aaneengesloten die dienen voor de opslag en het transpon van wijn, cider, brandewijn enz. → TON, KUIPEN; → AANHANGSEL B

o., groot vat