Wat is de betekenis van Fructifiëren?

2025-07-23
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Fructifiëren

[Fr. fructifier, van Lat. fructificare, van fructus = vrucht, en facere = maken] vrucht opleveren.

2025-07-23
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Fructifiëren

vrucht dragen

2025-07-23
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Fructifiëren

vruchtdragen, bloeien

2025-07-23
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

fructifiëren

vrucht dragen of geven.

2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

fructifiëren

[Lat. fructus, vrucht] (fructifieerde, heeft gefructifieerd), vrucht dragen, bloeien (ook fig.).

2025-07-23
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Fructifiëren

Fructifiëren, ow. gel. (ik fructifiëerde, heb gefructifiëerd), vrucht dragen, bloeijen (ook fig.). *...TUARIUS, m. (regt.) vruchtgebruiker.

Gerelateerde zoekopdrachten