Froh
blij, blijmoedig, verheugd; frohen Mutes sein, welgemoed zijn; einer Sache froh werden, plezier in iets hebben.
Dr. H. W. J. Kroes (1951)
blij, blijmoedig, verheugd; frohen Mutes sein, welgemoed zijn; einer Sache froh werden, plezier in iets hebben.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: