frisicus
frisicus - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) deskundige van de Friese taalkunde Woordherkomst afgeleid van Fries met het achtervoegsel -icus Synoniemen frisist
Wiktionary (2019)
frisicus - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) deskundige van de Friese taalkunde Woordherkomst afgeleid van Fries met het achtervoegsel -icus Synoniemen frisist
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)
Beoefenaar van de moderne Fr. filologie. Deze term is wel het eerst gebruikt door F. Buitenrust Hettema in 1897, naar het voorbeeld van neerlandicus e.d.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: