Wat is de betekenis van Freesia?

2025-07-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Freesia

(fresia) snijbloem

2025-07-26
Plantenterminologie

Jac. de Bruijn (1973)

Freesia

naar Fr. H. Freese, overleden 1876 te Kiel, waar hij arts was; hij was een studiegenoot van Ecklar, die in de Kaapkolonie veel planten verzamelde, waaronder de naar Freese genoemde

2025-07-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

freesia

knolplant met ritsie geurige blomme.

2025-07-26
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Freesia

fam. Iridaceae, is een ca 30-60 cm hoog knolgewas met zwaardvormige bladeren en een horizontaal op de steel staande bloeiwijze (‘kammen’), dat zeer veel als snijbloem voor winter en voorjaar wordt gekweekt. Zaai-f., als F. refracta KLATT. var. alba (wit), ‘Buttercup’ (geel), waarvan het zaad uit Italië geïmporteerd...

2025-07-26
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Freesia

in kassen gekweekt plantje uit de Lissenfamilie*. Zwaardvormige bladeren, bloemen geel, lila, crème, soms gestreept. Afkomstig uit Z.-Afrika.

2025-07-26
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

FREESIA

of Kaapse lelietjes der dalen behoort tot de familie der Iridaceeën. Dit geslacht telt drie soorten, die uit Zuid-Amerika en Zuid-Afrika afkomstig zijn. Zij wordt gekweekt in verschillende variëteiten, die als snijbloem vanaf het late najaar tot in het voorjaar veel gevraagd zijn. Zij zijn zeer gewild om haar fijnheid, houdbaarheid...

2025-07-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Freesia

Freesia - een plantengeslacht van de fam. der lischachtigen, Iridaceae; bestaat uit twee soorten, afkomstig uit Z. Afrika, nl. F. refracta met groengele, donker gestreepte, en F. Leichtlini met heldergele, roodgetinte bloemen, die welriekend zijn. Deze knolgewassen worden als sierplant en voor snijbloemen aangekweekt.

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Freesia

plantengeslacht, behorend tot de familie lridaceae, met twee variabele soorten Zuidafrikaanse knolgewasjes. De knol is door een vezelmantel omsloten. Bladeren tweerijig, bloem groot, geurig, trompetvormig (buis gewoonlijk gekromd), alle aan één zijde van de aar aangehecht. Meeldraden: drie. Zeer populaire snijbloem wegens kleur, geur...

Gerelateerde zoekopdrachten