Frak
(<Hd.), v. (-ken), 1. langpandige herenjas, rokjas ; 2. (Zuidn.) jas van een kostuum, jas in het alg. ; — iem. zijn frak uitkloppen, hem een pak slaag geven ; (ook) hem bedriegen.
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Hd.), v. (-ken), 1. langpandige herenjas, rokjas ; 2. (Zuidn.) jas van een kostuum, jas in het alg. ; — iem. zijn frak uitkloppen, hem een pak slaag geven ; (ook) hem bedriegen.
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
(over)jas Donsjen zijn het hart ingeslagen, ze liggen stukgetrapt zo plat als een vijg, ze zijn kapot en zo lelijk geschaafd en geschonden als een afgedragen frak. (Louis Paul Boon, Pieter Daens) De man streek over de stof van Victors winterjas. ‘Zonder frak zien de mensen en de beesten er allemaal hetzelfde uit, jon...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Peter Bakema (2003)
(de, -ken) (over)jas. - zijn frak draaien of keren, uit opportunisme van standpunt veranderen. - iemand de frak uitkloppen, iemand een pak slaag geven. pelsen.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Du. Frack, van Fr. frac, van Eng. frack of frock, van OFr. froc = (sinds 12e eeuw) monnikskleed met losse mouwen, van Frankisch krook] 1. herenjas met lange achterpanden, rokjas; 2. (Z.N.) jas van kostuum, ook: overjas.
Walter De Clerck (1981)
Overjas; ook: (korte) jas, colbertjas; - iem. zijn frak uitkloppen, iem. een pak slaag geven, afranselen, ook: bedriegen. Z’hadden hunne arme frakken naar buiten omgetrokken, TIMMERMANS z.j. b, 8. Hij haatte in die dagen niets meer in zijn leven dan dit zwarte jasje, dat helemaal uit de mode was, en zo de Witte’s voorbere...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: