Wat is de betekenis van FOX?

m. (-en), 1. verkorting van foxterrier, ook als roepnaam ; 2. foxtrot.

Het begrip fox heeft 2 verschillende betekenissen: 1) foxterriër. hond met een witte vacht met zwarte of bruine vlekken en met puntige, geknikt afhangende oren, uit een ras van terriërs dat gefokt is met het oog op de vossenjacht; foxterriër. 2) langzame dans in vierkwartsmaat die behoort tot de stijldansen en die vooral p...

FOX - Afkorting van London Futures and Options Exchange.

(foks) dans; jachthond

(Fuchs), Nittert, ‘de grote kapitein’. Aanvoerder van de Zwarte Hoop, in 1495 door Albrecht van Saksen naar Frl. gestuurd, dat hij met W. von Schaumburg onderwierp; sneuvelde in Groningerland (1499). Zie: N.B.W. i, 891-893.

I. vos; fox and geese, wolf en schapen; II. 1. sluw; veinzen; 2. vlekkig worden.

Charles J. (17491806), Engels staatsman. 1770-1771 eerste lord ter Admiraliteit, 1772-’74 min. van Financiën. Ging tot de oppositie der Whigs over en bestreed de regeringspolitiek ten opzichte van de opgestane Amerikaanse koloniën. 1782-'83 min. van Buitenlandse Zaken. Daarna leider der oppositie tegen William Pitt Jr. Bepleitt...

familie in Hydesville, in wier huis op 31 Maart 1848 door kloppingen de communicaties aanvingen, die het begin van het modern spiritualisme vormden. Media daarbij bleken: Kate Fox (1841-1892); Margaret (1838-1893); later ook: A. Leah Fox (Mevr. Underhill), 1832-1890, schrijfster van: „De ontbrekende schakel".

1) George (1624/’94), Eng. schoenmaker stichter v/d secte der → Kwakers; 2) Charles James (1749/1806), Eng. staatsman, leider der Whigs, tegenstander v. William → Pitt; liberaal hervormer.