fotsen
1) (1992) (< Jidd. forts: scheet) (inf.) winden laten. • (Justus van de Kamp & Jacob van der Wijk: Koosjer Nederlands. 2006) 2) (2004) (inf.) copuleren, neuken. Variant van foksen? • ... maar ze had haar speeltje bij vertrek toch maar achtergelaten om mokkend plaats te nemen in de limo, de andere natuurlijk...