Wat is de betekenis van fortuinig, fortuinlijk?

2025-07-21
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

fortuinig, fortuinlijk

bn. (geluk hebbend, door de fortuin begunstigd); Hans fortuinig, alles loopt hem mee.

Gerelateerde zoekopdrachten