Wat is de betekenis van Forecast?

2025-07-28
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

forecast

(zelfstandig naamwoord) verwachting, voorspelling, prognose, raming

2025-07-28
Klein hotelvademecum

Peter Joh .M. Zuidweg (2017)

Forecast

Omzetschatting (voorspelling) voor een bepaalde periode.

2025-07-28
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

forecast

1. (weer)voorspelling. 2. voorspellen.