forceer
forceer - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van forceren ♢ Ik forceer 2. gebiedende wijs van forceren ♢ forceer! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van forceren ♢ forceer je?
Wiktionary (2019)
forceer - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van forceren ♢ Ik forceer 2. gebiedende wijs van forceren ♢ forceer! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van forceren ♢ forceer je?
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: