fooraap
(1957) (Vlaanderen, scheldw.) iemand die er onnozel uitziet. • Scheldwoord : fooraap. (De Brabantse folklore. 1957) • Maar ik dacht: stuk aangeklede fooraap, gij gaat me hier niet hebben, hé... (Walter van den Broeck: Greenwich: toneelspel in vier bedrijven. 1974) • 'Sta op, fooraap !' Jan negeerde de hand en trok zich overe...