Wat is de betekenis van Foolproof?

2025-07-25
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

foolproof

(bijvoeglijk naamwoord) [alg.] horkvast, dombovast; bedrijfszeker, foutbestendig - Is hij weer op het toetsenbord aan het beuken? Geen zorgen, dat is horkvast.

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

foolproof

(1905) (< Eng.) (gezegd van toestellen, meubilair enz.) bestand tegen dom of verkeerd gebruik; bestendig tegen ongelukken; zo goed gemaakt dat er niets mis kan gaan; niet in staat om misbruikt te worden. Bijv. een feilloos beveiligingssysteem. • Allereerst moesten de gebreken van de oude verzamelmethoden worden ontleed, en daarmeê rek...

2025-07-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Foolproof

[Eng. = lett.; dwaas-bestendig] bn & bw zo geconstrueerd dat zelfs een onbevoegde er geen ongelukken mee kan maken; bedrijfszeker.

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten