Wat is de betekenis van fonkel?

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

fonkel

fonkel - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fonkelen ♢ Ik fonkel 2. gebiedende wijs van fonkelen fonkel! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fonkelen fonkel je?