Wat is de betekenis van foam?

(zelfstandig naamwoord) [alg.] schuim - De doos is twee keer zo groot als je apparaat! Zo past ook het schuim dat het apparaat bij schokken en vallen beschermt.

schuim

(de), (uitspr. E: foom), schuimplastic. Zeer binnenkort zal een nieuwe foamfabhek worden opgericht welke de lokale markt wederom zal voorzien van Foam (DWT 103-1981). Etym.: E foam-plastic (foam = schuim) = id. Samenst. ook: schikfoam.

I. schuim; II. schuimen; foam at (the) mouth, schuimbekken.

schuim.

...

...