Wat is de betekenis van fnazelen?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Fnazelen

(fnazelde, heeft en is gefnazeld), rafelen.

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

fnazelen

fnazelen - Werkwoord 1. (intr) (verouderd) uitlopen in afzonderlijke vezels Dan blijken haar argumenten ineens te fnazelen als de pijpen van de skaterbroek. Tot de ingewanden ingelaten zynde, vonden wy na het uitscheppen van het buikwater, het binnenste van de p...

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Fnazelen

FNAZELEN, (fnazelde, heeft en is gefnazeld), rafelen; die rok fnazelt al.